In 1816 kreeg Nederland zijn gezag over de Indische kolonie terug en begonnen de eerste discussies over gehalte, opleiding en vereisten van en voor de bestuursambtenaren voor de Oost. Over vraagstukken als: opleiding in Nederland of Indie, duur en vakkenpakket, vak- of academische opleiding, toegang voor Indo-Europeanen en Indonesiers werd intensief gediscussieerd en geschreven. De opleiding had ooit plaats op diverse plaatsen en in verschillende instituten en weerspiegelde ook zo (de veranderingen in) de koloniale ideologie. Deze geschiedenis is voor het eerst diepgaand bestudeerd door de Leidse hoogleraar Indonesische geschiedenis Fasseur, die vooral aan de hand van archivalia een uitputtend overzicht geeft van deze ingewikkelde historie, met de nadruk op de periode tot 1900 (70% van het boek). Dit gebeurt zeer bekwaam, met oog voor detail en anekdote en de talloze stokpaardjes en conflicten van betrokkenen uit bestuur, politiek en wetenschap. Niettemin is het boek naar zijn aard wel eens opsommend en gelet op diepgang en onderwerp een standaardwerk dat zijn lezerskring vooral zal vinden onder de Indiespecialisten. Pocketeditie, zeer kleine druk.
CITATION STYLE
Locher-Scholten, E. B. (1995). C. Fasseur, De Indologen. Ambtenaren voor de Oost 1825-1950. BMGN - Low Countries Historical Review, 110(1), 132–134. https://doi.org/10.18352/bmgn-lchr.3980
Mendeley helps you to discover research relevant for your work.