Parapsychologie

Abstract

Zelfs in dit boekje is de ondertitel van De Jong al privaatdocent. Bedankt Prof. Dr. J. de Zwaan, Prof. Dr. L. van der Horst en Dr. J.M. Nap. Zeggen me allen weinig. Definieert parapsychologie als 'naast- of bijzielkunde ' en onderzoekt 'die zielkundige verschijnselen, welke in het kader der gewone psychologie niet zijn onder te brengen.' (p. 1) 'De parapsychologie nu tracht aan te toonen, dat wij ook buiten de bekende zintuigelijke kanalen om, iets vermogen waar te nemen rsp. te weten te komen of hetzij op levenden hetzij op levenlooze voorwerpen in te werken.' Gaat in op magnetische fluïde die grotendeels is terug te voeren op suggestie volgens De Jong. 'Uittreding der persoonlijkheid' vindt De Jong wel iets inzitten, aangezien het bij alle culture door alle tijden voorkomt. Klopgeluiden bestaan zeker, maar verklaring moet nog worden gezocht. (p. 41) Telekinese is zeldzaam maar bestaat wel degelijk (p. 55). Apport (zoals bij bloemenmediums) bestaat niet. (p. 56) Op p. 58 komt ineens weer een boek van L. Deutmann om de hoek: 'Contact met de onzichtbare wereld'. Materialisaties nog niet bewezen, maar nog niet per sé onmogelijk. (p. 88) Dat zijn de paraphysische verschijnselen: 'De uitkomsten van het onderzoek der paraphysische verschijnselen zijn niet bepaald overvloedig te noemen.' (p. 90)Experimenten van Dietz in artikel 'Is het kryptaesthetisch vermoge en aanleg een algemeen menschelijke eigenschap?' in TvP 1928-1929, p. 97-108. Komen vaker voor, blijkbaar als belangrijk gezien. Rhine genoemd op p. 139. Divinatie (helderziendheid) bestaat, maar je kan je er niet in bekwamen. Je hebt het of je hebt het niet. (p. 142). Dunne-effect uitgebreid besproken (p. 158).Noemt Dietz' 'Telepathie en menigte' (p. 167) Van Dam experimenten nemen uitgebreide plek in (p. 181) Definieert geesten als volgt: 'buitenmenschelijke psychische wezens zonder uit cellen opgebouwd lichaam' (p. 217) En zodra bestaan daarvan is aangetoond is er geen enkel bezwaar meer mogelijk tegen het voortbestaan van de menselijke ziel. Concludeert: 'De parapsychische verschijnselen berusten over 't algemeen op een veel hechteren grondslag dan de paraphysische, maar zijn toch, althans voor het meerendeel, evenzeer van uitzonderlijken aard.' (p. 218) Verklaring is nog wat lastig, maar geen 'zesde zintuig' en eventueel komen we machten tegen waartegen over de mens zich 'terughoudend' zou moeten opstellen. (p. 219) De Jong eindigt met de overweging dat parapsychologie niet per sé anti-materialistisch hoeft te zijn. Verwijst hiervoor o.a. naar Poortman die in zijn 'Tweeërlei Subjectiviteit' stelt dat 'het psychische als op één lijn staat met het physische en onder andere ook ruimtelijke en stoffelijke eigenschappen bezit.' (p. 221)