De sociale betekenis van de buurt : Een onderzoek naar de relatie tussen het wonen in een arme wijk en sociale mobiliteit

Abstract

Transvaal-Noord en Regentesse buurt. Den Haag. Uitleg over sociale isolatiethese en negatieve socialisatieprocessen. {MvdK:} Negatieve buurteffecten: zwak en gedifferentieerd. De invloed van de buurt is kleiner dan de invloed van individuele kenmerken. Buurteffecthypothese: persoonlijke ontwikkeling wordt ten dele gevormd door sociale en fysieke omgeving waarin wij leven. Buurteffecten zijn moeilijk aan te tonen door wederkerige relatie persoonlijke kenmerken en omgevingskenmerken. [Dit punt kaartte Juno al aan tijdens de bespreking.] woonomgeving {\textgreater} buurteffect {\textgreater} sociale positie {\textgreater} selectie effect {\textgreater} woonomgeving {\textgreater} b {\textgreater} sp ... Zweeds onderzoek toont verband tussen segregatie en sociale mobiliteit. Musterd, De Vos & Ostendorff (2003): kansrijkere bewoners lijken negatieve effecten te ondervinden van wonen in een achterstandswijk. Van der Klaauwe & Van Ours (2003): negatieve buurteffecten lijken uitsluitend een rol te spelen voor jonge autochtone bewoners in buurten met een relatief hoog aandeel werklozen. Uunk (2002): zwakke samenhang ethnische samenstelling wijk, werkloosheidskansen en inkomen allochtone bewoners. Verschillende verklaarmodellen sociaaleconomische buurteffecten [Hier iets mee doen?]: Structurele verklaringen: vraagkant arbeidsmarkt - buiten buurt - mismatch hypothese: grote afstand wijk tot werk - stigmatiseringshypothese: discriminatie op arbeidersmarkt Individuele verklaringen: aanbodszijde: zoeken oorzaak relatief slechte arbeidsperspectieven bewoners achterstandswijken bij henzelf - negatieve socialiseringshypothese: afwijkende normen en waarden tav werk - worden mede gevormd door interactie met wijkbewoners - sociale isolatiehypothese: beperkte toegang tot sociale hulpbronnen (sociaal kapitaal) om werk te vinden.