Do feelings of discrimination explain the riots in Brussels?

Abstract

Community problems escalated within certain Brussels neighbourhoods in September 2009 and at the beginning of 2010. Do subjective feelings of discrimination form a breeding ground for such events? We studied how widely spread the perceptions of discrimination are amongst young 2nd generation Belgians of Turkish and Moroccan origin, which contexts of discrimination are distinguished and who perceives the most discrimination. Is this perception indeed limited to so-called “problem youths”, or are such experiences more widely dispersed within the groups? In order to be able to contextualise the situation within the BCR, we compared the same feelings in the same groups within the city of Antwerp. We conclude that the structure of the perceived group discrimination is similar in Brussels and Antwerp for both the 2nd generation Belgians of Moroccan and Turkish origin. There is no difference in the level of experienced group discrimination. Only the perceived group discrimination within the public domain is higher in Antwerp. The level of perceived group discrimination in contacts with the police is thus not found to be significant in either city. However, confrontations with the police in Brussels do figure more strongly within the latent concept than in Antwerp.In september 2009 en begin 2010 escaleerden samenlevingsproblemen in bepaalde wijken van het Brusselse. Vormen subjectieve gevoelens van discriminatie hiertoe een voedingsbodem? We bestuderen hoe wijd verspreid de percepties van discriminatie zijn bij de Belgische jongeren van Turkse en Marokkaanse origine van de 2e generatie, welke contexten van discriminatie men onderscheidt en wie van hen het meest discriminatie percipieert. Blijft deze perceptie bijvoorbeeld inderdaad beperkt tot de zogenaamde ‘probleemjongeren’, of worden dergelijke ervaringen ruimer gedeeld binnen de groepen? Om de situatie in het BHG te kunnen contextualiseren, vergelijken we met dezelfde gevoelens in dezelfde groepen in de stad Antwerpen. We concluderen dat de structuur van de gepercipieerde groepsdiscriminatie gelijkaardig in Brussel en Antwerpen en dit zowel voor de 2e generatie Belgen van Marokkaanse als Turkse origine. Er is geen verschil in niveau van ervaren groepdiscriminatie. Alleen de gepercipieerde groepsdiscriminatie in de publieke ruimte is hoger in Antwerpen. Het niveau van de gepercipieerde groepsdiscriminatie in de contacten met de politie verschilt dus niet significant in beide onderzochte steden. De confrontaties met de politie nemen in Brussel wel een sterkere plaats in het latente concept dan in Antwerpen.En septembre 2009 et au début de 2010, les problèmes de vie en commun se sont amplifiés dans certains quartiers de Bruxelles. Sont‑ils alimentés par des sentiments subjectifs de discrimination ? Nous étudions l’ampleur de la propagation des perceptions de discrimination chez les jeunes Belges d’origine turque et marocaine de la 2e génération, quels contextes de discrimination on distingue et dans quels groupes la discrimination est le plus ressentie. Par exemple, cette perception est‑elle limitée aux « jeunes à problèmes », ou ces expériences sont‑elles plus largement réparties au sein des groupes ? Pour matérialiser la situation dans la Région de Bruxelles-Capitale, nous effectuons une comparaison avec les mêmes sentiments des mêmes groupes à Anvers. Nous en concluons que la structure de la perception de la discrimination de groupe est similaire à Bruxelles et à Anvers pour les Belges de la 2e génération, tant d’origine marocaine que turque. Il n’y a aucune différence de niveau de la discrimination de groupe éprouvée. Seule celle qui est perçue dans l’espace public est plus forte à Anvers. Le niveau de celle qui est perçue dans les contacts avec la police ne diffère donc pas significativement entre les deux villes étudiées. Les confrontations avec la police occupent une place plus importante dans le concept latent à Bruxelles qu’à Anvers.